De Spaanse taal

Naam: Español of Castellano, dit laatste o.a. ter vergelijking met inheemse talen zoals Catalaans en Baskisch.

Moedertaalsprekers: ca. 400 miljoen

Tweede-taalsprekers: ca. 100 miljoen

Totaal aantal sprekers: ongeveer 500 miljoen

Officiële taal in: 20 landen

Oorsprong: Indo-Europees » Romaans » West-Iberisch

In essentie is Spaans een Vulgair Latijns dialect met veel invloeden uit het Arabisch en het Germaans.

Varianten en verwanten: o.a. Andalusisch, Portugees, Galicisch, Catalaans, Asturisch, Mexicaans-Spaans, Colombiaans-Spaans en Ladino (het joodse Spaans).

Bijzonderheden:

• Het Catalaans vertoont een nauwere verwantschap met Occitaans dan met Spaans.
• Baskisch is een pre-Romaanse taal; de verwantschap met Spaans gaat dus heel ver terug.
• De eerste grammatica Latijn-Spaans werd in 1492 geschreven en aan Isabel de Castilla aangeboden. Zij zag er het nut niet van in: wat moest zij immers met een grammaticaboek als ze de taal toch al kende?

Overige verwante talen: Frans, Italiaans en Roemeens

Schrift: Het Spaanse alfabet is het Latijnse, maar met 29 letters. Toegevoegd zijn de ch en de ll en de ñ, die je tussen de N en de O op het toetsenbord vindt. De rr heeft niet de status van unieke letter. Het Spaans is fonetischer dan de meeste talen.

Meer informatie: voor een overzicht van de officiële taalinstellingen voor de Spaanstalige wereld, zie https://www.asale.org/academias.

Klik hier voor informatie over de vertalingen van Spaans Vertaalbureau The Language Lab.

Disclaimer
Voor bovenstaande informatie hebben wij uiteenlopende bronnen geraadpleegd. Wij hebben getracht een zo volledig mogelijke weergave en verantwoording van deze bronnen te geven. Sommige bronnen kunnen elkaar tegenspreken. Wij hebben geprobeerd zo nauwkeurig en gefundeerd mogelijk te werk te gaan.