typen bijwoorden

Een bijwoord zegt iets over een werkwoord, een bijvoeglijk naamwoord of een ander bijwoord. Het geeft antwoord op vragen als: Wanneer? Waar? Hoe? Waarom? Vaak, maar niet altijd, gaat het bijwoord uit op -ly.

• voorbeelden van een bijwoord behorend bij een werkwoord:

  - he eats slowly	(hoe eet hij?)
  - she works hard	(hoe werkt zij?)
  - it rains very often	(hoe vaak regent het?)
  - he is not here	(waar is hij?)

• voorbeelden van een bijwoord dat een bijvoeglijk naamwoord beschrijft

  - a fiercely competitive market	(hoe concurrerend is de markt?)
  - a highly qualified secretary	(hoezeer gekwalificeerd is de secretaresse?)
  - an efficiently run business	(hoe wordt de zaak geleid?)

  N.B.
  Run is hier een bijvoeglijk naamwoord, maar heeft de vorm van een werkwoord.

• voorbeelden van een bijwoord dat een ander bijwoord beschrijft:

  - she drives really dangerously	(hoe gevaarlijk rijdt zij?)
  - he acts extremely nervously	(hoe nerveus gedraagt hij zich?)
  - the shares performed fairly well	(hoe goed deden de aandelen het?)

• meer voorbeelden van bijwoorden:
  unanimously, severely, barely, regularly, usually, weekly, fully, completely, effectively, occasionally, often, quite, naturally, remarkably, etc.