learn / teach
hulp op maat nodig? >>kijk hier
learn | leren (van) |
teach | onderwijzen leren (aan) |
Het Nederlands leren betekent kennis overdragen aan een ander óf zelf kennis tot zich nemen. Het Engels houdt deze betekenissen strikt gescheiden en heeft voor elk een ander werkwoord.
Dus: The staff must learn to use the new computers.
En: The instructor will teach the staff how to use the new computers.