(in)transitive verbs
hulp op maat nodig? >>kijk hier
Sommige werkwoorden hebben in een bedrijvende zin altijd een lijdend voorwerp nodig. Bijvoorbeeld sluiten in: Ze sloot de deur. Deze groep werkwoorden wordt overgankelijk of transitief genoemd, in het Engels: transitive verbs. Andere werkwoorden kunnen zonder lijdend voorwerp optreden. Dit zijn de onovergankelijke of intransitieve werkwoorden. In het Engels: intransitive verbs.
In de praktijk is de scheidslijn tussen overgankelijk en onovergankelijk niet zo strikt. Veel werkwoorden kunnen zowel transitief als intransitief gebruikt worden. Het Engelse ‘to rain’ kan bijvoorbeeld net als het Nederlandse ‘regenen’ met of zonder lijdend voorwerp optreden. Het regent is een grammaticaal acceptabele zin, It’s raining ook. Maar It’s raining buckets kan net zo makkelijk, evenals: Het regent grote dikke druppels.