zelfstandige naamwoorden: het geslacht
hulp op maat nodig? >>kijk hier
zelfstandige naamwoorden: het natuurlijk geslacht
Zelfstandige naamwoorden zijn er in het Nederlands van alle drie de grammaticale geslachten: er bestaan mannelijke, vrouwelijke en onzijdige woorden. Mannelijke en vrouwelijke zelfstandige naamwoorden krijgen beide als bepaald lidwoord de, als onbepaald lidwoord een, als aanwijzend voornaamwoord deze en die. Beide vervoegen ze hun bijvoeglijke naamwoorden op dezelfde wijze en laten zich ook in tal van andere opzichten niet van elkaar onderscheiden.
Problemen levert dit zelden op. Alleen bij persoonlijke voornaamwoorden komt het onderscheid naar geslacht om de hoek kijken. Omdat moedertaalsprekers niet weten of een woord mannelijk of vrouwelijk is, moeten ook zij in principe een woordenboek raadplegen bij twijfel over de keuze tussen de regering en haar besluitvorming of de regering en zijn besluitvorming. In dit geval is het het geslacht van het woord regering dat bepaalt of het haar of zijn moet zijn. Misschien ten overvloede: er zijn ook talen waarbij het geslacht van besluitvorming bepalend is voor de keuze van haar of zijn.
Over het algemeen omzeilt men het probleem liever, houdt bij onzekerheid de mannelijke vorm aan, of doet wat men mooi vindt. En natuurlijk gaat in het huidige Nederlands het natuurlijk geslacht boven het grammaticaal geslacht. Dat was vroeger anders.
Het verschil tussen de en het nemen Nederlandstaligen echter serieus. Er kan een betekenisverschil mee gemoeid zijn (de bal - het bal; de omslag - het omslag; de portier - het portier, etc.) Het verontachtzamen van het onderscheid tussen de en het leidt tot problemen bij het vervoegen van de bijvoeglijke naamwoorden, met als gevolg fouten van het type *een goede plan. Het is jammer voor mensen die onze taal willen leren: er zit weinig anders op dan goed te luisteren en te leren dat veel woorden geslachtloos zijn en die dan vervolgens hun eigen vervoeging gunnen: het thema, het boek, het besef.
In het Engels is het eenvoudig. Als curiositeit zijn er nog enkele objecten die door sommigen liefkozend of bezwerend als vrouwelijk worden gezien. Verder zijn alle grammaticale geslachtsverschillen zijn verdwenen. Alleen natuurlijke geslachtsverschillen worden nog met een vrouwelijke dan wel mannelijke verwijzing gehonoreerd. Er bestaan geen aparte vervoegingen meer. Elk object is een ding dat als bepaald lidwoord the krijgt, als onbepaald lidwoord a(n), etc. Vergeet echter niet dat bij verwijzing naar een zaak of ding het woord it en de bezittelijke vorm its worden gebruikt. His en her wordt alleen bij mensen gebruikt.