we are raising the cost of transport vs. transport costs are rising
overgankelijke en onovergankelijke werkwoorden
hulp op maat nodig? >>kijk hier
Het Engels kent - net als het Nederlands - overgankelijke werkwoorden, onovergankelijke werkwoorden, en werkwoorden die zowel overgankelijk als onovergankelijk kunnen zijn.
Hieronder staan een aantal werkwoorden die voor niet-moedertaalsprekers moeilijk uit elkaar te houden zijn. Soms gebruikt men het verkeerde werkwoord of het juiste werkwoord verkeerd. Achter elk werkwoord staat aangegeven of het - in de hier genoemde betekenis - overgankelijk (t), onovergankelijk (i), of beide (+) is. Eerst volgt een uitleg met enkele voorbeelden.
- Overgankelijke werkwoorden hebben een lijdend voorwerp nodig.
Voorbeeld: to raise - The company is raising its sales targets as of February next. - Onovergankelijke werkwoorden hebben geen lijdend voorwerp nodig.
Voorbeeld: to rise - Transport costs are rising. - Sommige werkwoorden kunnen met of zonder lijdend voorwerp worden gebruikt.
Voorbeeld: to decrease - The price of oil has decreased. (zonder lijd. vw.)The OPEC states are decreasing the price of oil. (met lijd. vw.)
decrease (+) | dalen, krimpen, slinken |
decrease to (+) | terugbrengen tot |
decline (i) | aflopen, verminderen (lange termijn), afwijzen |
diminish (+) | verminderen, afnemen, waarde verliezen |
drop (by) (i) | vallen, neervallen (altijd snel) |
fall (by) (i) | afnemen, dalen, zakken |
grow (i) | aangroeien, toenemen, verhogen |
increase (+) | verhogen, stijgen, toenemen |
raise (t) | verhogen |
reduce (i) | verminderen, reduceren |
rise (i) | toenemen, stijgen |