op
hulp op maat nodig? >>kijk hier
op kantoor | at the office |
op de universiteit | at the university |
op zakenreis | away on business |
de voorraad is op | it is out of stock |
op is op | while supplies last |
Waar het Nederlands op gebruikt, gebruikt het Brits Engels een scala aan andere voorzetsels of bijvoeglijke naamwoorden. Zo zegt u bijvoorbeeld: We have run out of petrol ( = De benzine is op) en The milk is finished (= De melk is op). Ik ben op (= moe) vertaalt u met I am exhausted / worn out, maar Ik ben op (= uit bed) is I’m up. Weer op zijn na een ziekte beschrijft u trouwens met up and about. Hieronder vind u meer woordparen, combinaties en uitdrukkingen met het woord op erin, en een vertaling in het Engels.
Voorbeelden:
de op zes na snelste website | the seventh fastest website |
één docent op 34 kinderen | one teacher to 34 children |
(kans) één op de miljoen | a million to one |
keer op keer | time and again, over and over |
mijn geduld is op | my patience has run out |
op de derde verdieping | on the third (UK) / fourth (US) floor |
op den duur | in the long term / run |
op ditzelfde ogenblik | at this very moment |
op één na de laatste | the second last / last but one / penultimate |
op het eind | at the end |
op het punt staan … | to be (just) about to / be ready to … |
op zaterdag | (on) Saturday |
op zicht | on approval |
op haar eigen terrein | in her own field |
op z’n minst | at (the very) least |
op z’n laatst | at the latest |
tot op zekere hoogte | up to a (certain) point |