het heden: hoe vertaalt u de Nederlandse tegenwoordige tijd?
hulp op maat nodig? >>kijk hier
Onderstaande voorbeelden geven u een inzicht in de juiste vertaling naar het Engels van een Nederlandse tegenwoordige tijd.
-
Nederlands: tegenwoordig Engels: tegenwoordig
Morgen is het donderdag. Het Nederlands geeft hier de toekomst met een tegenwoordige tijd aan. Als er naar een feit in de toekomst wordt verwezen, behoeft ook het Engels geen aparte toekomstige tijd: Tomorrow is Thursday. -
Nederlands: tegenwoordig Engels: toekomst
Ik stuur u de brochure. Hier wordt iets toegezegd. Er wordt gebruik gemaakt van een tegenwoordige tijd om een handeling in de nabije toekomst aan te geven. Dit kan onder geen enkele voorwaarde in het Engels met een simple present worden afgedaan. Zeg dus nooit: *I send you the brochure. Dit klinkt alsof u ongeletterd bent. In spreektaal wordt will/shall vaak tot een enkele L-klank teruggebracht, die vrijwel niet opvalt als het woord dat volgt ook met een L-klank begint, zoals in: Stop smoking. You’ll live longer. En er zijn dialecten die will/shall onder bepaalde omstandigheden weglaten. Pas dus goed op. Gebruik will/shall luid en duidelijk. I will send you the brochure, dus. I am enclosing a brochure kan natuurlijk ook. -
Nederlands: tegenwoordig Engels: voltooid
We doen al zaken sinds 1963. Het Nederlands gebruikt een tegenwoordige tijd. Het woord al geeft aan dat we niet alleen met een tijdstip (1963) te maken hebben, maar vooral met een periode (tijdsduur). Het Engels gebruikt in dergelijke gevallen nooit een onvoltooide tijd, maar altijd een have-vorm. We have been in business since 1963.