The second half of the match was really exciting
half en het lidwoord
hulp op maat nodig? >>kijk hier
Half (of) the children were ill. | De helft van de kinderen was ziek. |
The second half of the programme was more interesting. | De tweede helft van het programma was interessanter. |
Half (of) the building is closed. | De helft van het gebouw is gesloten. |
Half (of) the employees did not attend the meeting. | De helft van de werknemers hebben de vergadering niet bezocht. |
Half (of) the books are missing. | De helft van de boeken mist. |
Regel 1: Gebruik geen the voor half, tenzij er een ander woord tussen staat.
Bijvoorbeeld:
Half of the packages were missing. | De helft van de pakjes waren zoek. |
He gave the other half to me. | Hij gaf de andere helft aan mij. |
The second half was better. | De tweede helft was beter. |
Regel 2: Half kan enkelvoud of meervoud zijn, afhankelijk van het voorwerp.
Bijvoorbeeld:
- half (of) the boxes were damaged
- half (of) the order was late
- half (of) the building…
- half (of) the books…