Op en top Nederlands?

Zojuist lees ik dat ene Frens Bakker een lijst heeft gepubliceerd met overbodige Engelse woorden in het Nederlands. Iemand uit de schone-taalbeweging, blijkbaar.

Ik ben benieuwd. Die lijst is wellicht geinig om door te bladeren, vergelijkbaar met het doorlopen van de Ikea-gids op kastjes die Gammel heten en uitgerust zijn met een Klemmt-ladensysteem of met het bezoeken van Lightinthebox.com, dat met zijn naam al een feestje inluidt door de echo van ‘licht in de boks’ of ‘licht in de doos’, en waarvan de machinevertaling mijn leven verbetert met haar aanbod aan ‘condoomjurken’ en tops ‘met dieptepunt’.  Zoiets maakt mij blij. Een overbodige-woordenlijst met alternatieven ook. Maar tot iets anders dan verstrooiing dient de lijst vast niet.

Woorden proeven, mijmeren over hoe inwisselbaar synoniemen zijn is leuk.  Maar wat vindt u - is ‘een trip naar een geheugenlaantje’ een mooi alternatief voor ‘trip down memory lane’? Als ik ‘trip’ lees, denk ik eerst aan drugs en dan aan een reisje en vervolgens: ‘Oh, en hoe lang zou ‘trip’ dan al Nederlands zijn in die betekenis?’ Kortom, het  Nederlands alternatief is er misschien niet eens zoveel Nederlandser op geworden. Een ander bezwaar is dat ‘naar het geheugenlaantje’ gaan, niet noodzakelijkerwijs inhoudt dat men dit laantje in- of afloopt; het Engels ‘down’ is hier zoveel veelzeggender dan ‘naar’. 

Een ander voorbeeld. Moet ‘callgirl’ ‘belnimf’ worden of ‘gezelschapsdame’, zoals een ander taalmens voorstelde? Wat mij betreft houden we het op ‘callgirl’, tot iemand met iets beters komt. Een gezelschapsdame is geen prostituee en met ‘belnimf’ verbloemt men door de dichterlijke verwoording de onvrijwilligheid, harteloosheid en armoedigheid die commercieel sekswerk kenmerkt. Daarmee krijgt deze zogenaamde vertaling een eufemistische werking, en die is niet op z’n plek.

Bespiegelingen op taal zijn bij mij altijd welkom, mits er zo min mogelijk regels aan verbonden worden. Want taal binnen regels duwen en bespreken wat kan, mag of moet, is al snel doelloos. Taal laat zich niet dwingen. Als iets werkt, blijft het. Wat niet gebruikt wordt, verdwijnt. En over de invloed van het Engels op het Nederlands hoeft niemand zich zorgen te maken. De talen zijn immers late vertakkingen van eenzelfde stroom. Ze meanderen vrolijk naast en door elkaar, zoals talen dat doen., en zeker verwante talen. En natuurlijk gebruiken Nederlanders sommige Engelse woorden en uitdrukkingen verkeerd. Tenminste, als men met ‘verkeerd’ bedoelt: anders dan de ‘oorspronkelijke’ spraakcommune dit doet. Maar wat is daar fout aan, vraag ik u? Het leidt alleen in communicatie met de natives wellicht soms en meestal kortdurend tot verwarring. Binnen het eigen taalgebied begrijpen de gebruikers zo’n nieuw leenwoord, in dit geval een Nederengels woord uitstekend.

We kunnen concluderen dat er aan de ‘oorspronkelijke’ betekenis of vorm blijkbaar geen behoefte bestond toen er geleend werd. En wat blijkt nou – zo gaat dat vaker in talen. M.a.w. hoe oorspronkelijk moet een woord gebruikt worden om niet als fout gebruikt te kwalificeren? Diezelfde Engelse term waarvan u nu zegt: die gebruikt mijn buurman helemaal verkeerd, is wellicht zelf ingrijpend qua vorm en/of inhoud gewijzigd door de jaren heen. Die is misschien zelf eens via het Frans of het Latijn op parmantige pantoffels het Engels binnengekomen, is daar drie keer over de kop gegaan, en opnieuw uitgevonden na versmelting, in vorm en/of betekenis, met een term die men nog uit het Angelsaksisch gebruikte, en die een poosje hetzelfde en toen net iets anders betekend heeft.

Taal is een communaal kunstwerk. Dat geldt voor elk dialect, elke taal. Ook voor een wereldtaal, mocht die er komen. We mogen er allemaal aan bouwen. En ja, taalslopers houd je ook, zoals je altijd cultuurslopers houdt. Maar die houd je niet tegen met regels en dwangbevelen. Die maak je zo machteloos als je kunt. Met verbeeldingskracht. Met humor. Met dichtkunst. En met liefde.

Ping Cleton

http://op-en-top-nederlands.nl