Het 'I always get my sin'-syndroom

Vermoedelijk het meest verkochte taalboek van de laatste jaren is het boekje I always get my sin van ex-Heinekenman Maarten H. Rijkens. Er schijnen meer dan 300.000 exemplaren van verkocht te zijn. Chapeau. Het boekje - hoe zal ik het diplomatiek formuleren - blinkt echter niet uit door zijn fijnzinnigheid of geestrijke vondsten. Het is een nogal flauwe verzameling steenkolenengels die aan de praktijk is ontleend. In zijn lange carrière heeft de heer Rijkens naar eigen zeggen voortdurend paraat gestaan met pen en bloknoot om de leukste verbasteringen te verzamelen. Het zou dan vooral gaan om het Engels van Nederlandse hoogwaardigheidsbekleders.

Enkele ‘geestige' observaties:

I fock horses
I fok paarden

We still have to suck one lid
We moeten nog een lid zoeken

You are on glad ice!
Je bent op glad ijs!

I don't want to shoot my herbs.
Ik wil m'n kruit niet verschieten.

Don't break me the back open
Breek me de bek niet open

Waarom geloof ik meneer Rijkens niet helemaal als hij beweert dat dit uit het leven gegrepen is? Bij I fock horses kan ik me nog iets voorstellen. Volgens een collega komt is de oorspronkelijke uitspraak overigens  Do you fock your own horses van een Minister van Buitenlandse zaken (Van den Broek?). Er zijn genoeg Nederlanders die, als ze niet op een woord kunnen komen, het Nederlandse woord maar verengelsen. Op zich helemaal geen gekke strategie, want vaak zal het nog goed gaan ook. Daarbij hebben 'fokken' en 'fuck' dezelfde Germaanse stam. Maar I don't want to shoot my herbs? Als je al zover bent dat je het Engelse woord voor kruiden kent, dan heb je genoeg opleiding gehad om een zin niet zo letterlijk te vertalen. We still have to suck one lid? Don't break me the back open? Kom op, mensen!

Op de basisschool - dertig jaar geleden - vonden mijn vriendjes en ik het leuk om ons Engels opzettelijk zo te verbasteren dat er een kinderlijk soort koeterengels ontstond. Heb joe mebie ee pen vor mie? Dat soort werk. Lollig als je elf bent, maar om daar nou een boekje van te maken...

Wat echter vervelender is - en daar gaat dit stukje eigenlijk over - dat Rijkens af en toe helemaal geen idee heeft van wat fout Engels is. Het boekje wemelt van de Engelse uitdrukkingen die weliswaar Nederlands overkomen maar wel degelijk zuiver Engels zijn. Deze uitdrukkingen worden ten onrechte gepresenteerd als voorbeelden van onbeholpen Engels.

Enkele voorbeelden:

What do you do? Wat voert u voor 'n beroep uit?
But he is underway Hij is onderweg
You are sticking you head in the sand Je steekt je hoofd in ‘t zand
We have to thin it out We moeten het uitdunnen
Say something! Zeg iets!
That says nothing Dat zegt niets
He was licking his wounds Hij likte zijn wonden
I would like to leave it here Ik zou het hierbij willen laten
He is in his element Hij is in z'n element
I'm going to buy it all up Ik ga het allemaal opkopen
We are nearing the end of the meeting We naderen het einde van de vergadering
It speaks volumes Het spreekt boekdelen


Verder bevat het werkje vele uitdrukkingen die net niet goed zijn. Engelse uitdrukkingen waar een klein vlekje aan zit maar die gerust door Britten zelf gebruikt worden, net zoals de meeste Nederlands ook geen foutloos Nederlands spreken.

Als vertaalbureau hebben we nog wel eens te maken met klanten die lijden aan het I always get my sin-syndroom. Als onze Engelse vertalingen qua zinsbouw of woordkeus enigszins Nederlands overkomen, komen er dan klachten binnen in de trant van ‘da's geen goed Engels, en ik kan het weten want mijn tante is Engels'. Wij proberen dan geduldig uit te leggen dat het Nederlands en Engels nauw verwante, Germaanse talen zijn die meer overeenkomsten hebben dan mensen zich realiseren. Meestal weten wij de klant dan wel te overtuigen. Google verricht daarbij wonderen. Google ‘he is in his element' maar eens en je zit al gauw op tienduizend hits. Zolang echter 300.000 mensen zo'n correcte Engelse uitdrukking van een hilarische domheid vinden, hebben wij helaas nog heel veel uit te leggen.

Overigens verdienen Nederlanders wat mij betreft groot respect voor hun lef om hun mondje te durven roeren in een vreemde taal, hoe onbeholpen soms ook. Vraag dat maar eens aan Engelsen, Duitsers of Fransen. Die gaan gewoon harder praten in hun eigen taal.

Koen Gubbels